Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verblijd u niet over [42]mij, o mijn [43]vijandin! wanneer ik [44]gevallen ben, [45]zal ik weder opstaan; wanneer ik in [46]duisternis [47]zal gezeten zijn, zal de HEERE mij een [48]licht zijn. 42. Omdat ik in kruis en lijden ben. 43. Gij gemeente der goddelozen, mijne vervolgster. De kerk vergelijkt zichzelf bij ene vrouw, en alzo ook hare vijanden. 44. In kruis en tegenspoed. Zie Spreuk.24:16. 45. Of, sta ik, enz. Hebr. eigenlijk, ben ik weder opgestaan, dat is, zal ik zekerlijk weder opstaan, te weten, uit mijn kruis. 46. Zie Gen.15:12. 47. Of, zitte, is mij de HEERE een licht. 48. Zie Ps.27:1.